Op deze plek heb ik vaker geschreven over het voeren van ongemakkelijke gesprekken. Nog één keer wil ik de valse veronderstellingen bespreken als je aan zo’n gesprek begint. Durf je de confrontatie met jezelf aan?
Als je de vorige nieuwbrieven hebt gelezen, weet je hoe belangrijk het is om duidelijke doelen te stellen, regelmatig te reflecteren en je rol in het ongemakkelijke gesprek helder te krijgen.
Veel mensen verkeren in de valse veronderstelling dat de deelnemers aan een ongemakkelijk gesprek een gezamenlijk leerproces doormaken. Het idee is dan, dat we bereid moeten zijn onze comfort zone te verlaten om te leren. Zo ontstaat makkelijk de misvatting dat een ongemakkelijk gesprek een geweldige leerkans biedt.
Als je jezelf of anderen voorhoudt: “We gaan een ongemakkelijk gesprek voeren", dan ga je er ten onrechte vanuit dat het ongemak voor alle partijen gelijk is. Tijd om daar nog eens goed over na te denken.
In werkelijkheid is de comfort zone van gemarginaliseerde mensen maar beperkt. Dat geldt zeker voor personen met een migratieachtergrond, biculturele individuen en mensen van kleur die onderdeel zijn van een gemeenschap die niet op hen lijkt. Om het allemaal nog ingewikkelder te maken, krijgen gemarginaliseerde mensen vaak veel kritiek als zij elkaar opzoeken. Gemarginaliseerde mensen die hun best doen om comfort zones op te bouwen met andere gemarginaliseerde mensen? Die worden in het beste geval beschouwd als personen die niet deelnemen aan de samenleving. In het slechtste geval gelden ze als een bedreiging.
Mensen met privileges kunnen zonder er erg in te hebben toch in hun comfort zone blijven steken. En zelfs al zoeken ze de rand van die comfort zone op, dan doen ze dat vaak om leermogelijkheden voor zichzelf te creëren. Op het eerste gezicht lijkt dat misschien bewonderenswaardig. Maar ten koste van wie wordt er zo eigenlijk iets geleerd?
Als je zelf zo’n bevoorrecht persoon bent, is het niet makkelijk om de confrontatie met jezelf aan te gaan, zónder de ander aan te vallen of pijn te veroorzaken. Ook al is die pijn onbedoeld.
Gemarginaliseerde mensen leven meestal met veel ongemak, in tegenstelling tot bevoorrechte mensen. Dit betekent niet dat het ook altijd zo voelt. We ( gemarginaliseerden) kennen onze situatie en hebben geleerd ermee om te gaan. Met of zonder privileges. Opmerkelijk is wel, dat mensen met privileges ze vaak slecht kunnen benoemen. Mensen zonder privileges kunnen dat juist wel. Misschien delen ze dezelfde ruimte, maar ze leven in twee verschillende werelden.
Is er dan een oplossing? De sleutel ligt in het creëren van gelijke kansen binnen ongelijke rollen. Op die manier ontstaat een andere context. Centraal staat de erkenning dat het ongemak voor de diverse deelnemers aan het gesprek verschillend is.
“Laten we een veilige omgeving creëren," stel voor, op zoek naar een remedie. Dat klinkt logisch en praktisch. Maar wat betekent ‘veilig’ voor jou? Is dat voor
je gesprekspartner óók veilig? Er bestaat immers geen objectieve definitie van ‘veilige ruimte’. En een vaste formule voor het creëren ervan is er al evenmin.
In werkelijkheid worden veilige ruimtes meestal ‘bedacht’ met de bevoorrechte persoon in het achterhoofd. Dat is de veiligheid die telt. Gemarginaliseerde mensen hebben echter (te) lang rekening gehouden met de gevoelens van geprivilegieerde mensen, ten koste van zichzelf. Het is tijd om afscheid te nemen van de ‘veilige ruimte’ en die in te ruilen voor het concept ‘veiligere ruimte’. Zet liever in op ruimtes die veiliger zijn voor iedereen, waar de gevoelens van gemarginaliseerde mensen even belangrijk zijn als die van bevoorrechte personen.
Laten we daarom een begin maken met het ontmantelen van onze aannames over comfort zones en leermomenten. Bevoorrechte mensen geven dan prioriteit aan het comfort van gemarginaliseerde mensen. En wie gemarginaliseerd is, praat wat meer over zijn ongemak.
Weigeren we ons actief in te zetten om alle veronderstellingen af te breken die systemisch racisme in stand houden? Dan zullen we er allemaal last van ondervinden. Er is werk aan de winkel. Voor ons allemaal. Laten we het samen voor elkaar krijgen.